zondag 9 november 2014

arme mensen

Vorig jaar was de eerste keer dat we de jongens vertelden over St. Maarten. Dat las u hier.

Omdat die attente man morgenavond bij mijn schoonouders in Zonnebeke weer een verrassing zal klaarzetten, las ik deze avond het verhaal nog eens voor.

Mos luisterde redelijk aandachtig.  Kor nam na een halve minuut zijn boekje van RupsjeNooitgenoeg erbij en begon op een luider niveau aan zichzelf te vertellen.

Maarten was soldaat in het Romeinse leger. Op een dag reed Maarten met een groepje soldaten naar een grote stad. Het was koud en mistig. Maarten had zijn lange mantel goed om zich heen geslaan. Zo had hij het lekker warm. 
Toen ze bij de stadspoort aankwamen, kwam er plotseling een arme man naar hen toe. Hij had geen schoenen, geen jas en geen sokken aan. Je kon aan hem zien dat hij het erg koud had. "Wat is er met jou aan de hand?" vroeg Maarten. "Ik heb het koud en ik heb zo'n honger", zei de man. Maarten dacht even na. Hij zou zijn mantel wel willen geven, maar zonder mantel mag hij niet door de stadspoort... Wat moest Maarten nu doen? Hij kon die arme man daar toch niet laten staan? 

Ik vroeg aan Mos wat hij zou doen. "Zou jij je jas geven aan die meneer die het koud heeft?".
"Nee", zei hij na even aarzelen.
"Waarom niet? "
"Omdat ik anders zelf koud zou hebben."

Tjah...
Ik ging verder.

Maarten kreeg een goed idee. Hij deed zijn mantel af. Trok zijn zwaard en hakte de mantel in twee stukken. Eén stuk gaf hij aan de arme man. En het andere stuk sloeg hij zelf om zijn schouders. Daarna pakte hij zijn geldzakje en gaf de man wat geld.
De arme man was zo blij! Nu had hij een mantel tegen de kou en wat geld om eten te kopen! 





Ik legde uit dat wij op 11 november terugdenken aan wat Maarten gedaan heeft: Hij zorgt voor de arme mensen.
"Doen wij dat eigenlijk ook?" vroeg ik aan Mos.
Waarop hij zelfzeker antwoordde: "Ja hoor, wij zijn eens met de klas naar het rusthuis geweest. Daar zijn veel arme mensen die veel moeten rusten. Wij moesten daar ook rustig zijn. En wij hebben voor die arme mensen gezorgd."

Owké. Na al mijn verhalen over arme kindjes die geen bed en eten hebben, of kindjes die in de oorlog leven en zich moeten verstoppen in de kelder, of mensen die ook hier in onze stad geen geld hebben voor eten,... en ga zo maar door.... heeft hij dus het beeld van arme mensen in een rusthuis eraan overgehouden.

Wat ik me nu stilletjes afvraag: Hoe zagen die mensen er eigenlijk uit in dat rusthuis, dat mijn kind hen in het rijtje zet bij de verhalen van arme kindjes?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten