vrijdag 16 augustus 2013

buurman R.

Er is geen haag of houten muur die onze tuin van zijn tuin scheidt. Alleen zo'n groen betafencedraadje.
Dat vinden we niet erg. Integendeel.
Het doet altijd deugd om R. te zien.

R. vertelt:
Toen ik deze morgen bij de bakker in de rij stond, raakte ik aan de praat met iemand. Ik vind dat zo tof om mensen terug te zien en wat te kunnen babbelen. Met al ons gekwebbel hielden we de rij wat op. Op een bepaald moment stak een generveerde man me voor, met de woorden 'wie klapt, versliest z'n plekke.'
'O, dat vind ik niet erg hoor', zei ik. Doe maar. 
De generveerde man: 'Maar als je zo oud zal zijn als mij, ga je daar niet meer tegen kunnen hoor.'
Het was even stil. De man keek twijfelend naar mij en mijn lach.
De man aarzelde even en zei: 'Ik ben van '33'. 
'En ik van '28', zei Raf. 
De man (die ondertussen gegeneerd ipv geënerveerd was): 'O pardon meneer, neem maar vlug uw plaats terug.'




R.

85 jaar
en nog zo fit als een hoentje
wast de ramen en dweilt en hangt de was uit
vertrekt met z'n fiets achteraan op de auto, 
om een paar dagen in de ardennen te gaan fietsen 
kapt met een bijl grote houtbrokken in twee
mooie blauwe ogen
lichte grijze haren die wapperen in de wind
gezond bruin vel
nog nooit heb ik hem horen klagen, nog nooit!
blakend van blijdschap en enthousiasme
gunt zichzelf en de ander veel verwennerijtjes, met de reden: 'waarom niet?'
is door de jaren heen niet van ellende en verdriet gespaard geweest
één en al optimisme
recht uit het hart
iedere dag opnieuw



Zo zou ik op die leeftijd ook nog willen rondlopen.
Zij het dan in de vrouwelijke versie...

1 opmerking: